donderdag 25 maart 2010

Toestand van iets dat gespannen is

Onder spanning onder de douche staan, en dan bedoel ik niet onder spanning als stress maar gewoon onder spanning als elektrische spanning. Ze hebben hier in Nica geen warm water, en om dan toch warm te douchen is er een of andere uitvinder geweest die dacht dat het wel een goed idee was om dan maar een verwarmingselement in de douchekop te doen. Omdat het niet echt praktisch om dat verwarmingselement via een houtkachel te verwarmen kwamen ze op het briljante (ahum) idee om dit maar met stroom te doen. Toen kwam het volgende probleem: om stromend water te verwarmen heb je wel wat vermogen nodig dus dat red je niet met een setje aa batterijen of een knijpkat. Dus toen kwam er een of ander “klein lichtje” op het heldere idee om dan maar gewoon de 110 volt uit het stopcontact te gebruiken. Jawel iemand ging naar zijn baas om te vertellen dat hij een elektrische douchekop had ontworpen die op 110 [V] werkt. En zijn baas vond het een goed idee (¿waarom?)… (Waarschijnlijk omdat hij dacht dat het bedoelt was om de elektrische stoel te vervangen).
Maar het ergste is misschien wel dat er vervolgens mensen zijn die die douchekop kopen. En dan niet om hem in de kast te leggen zodat je elke dag even kunt lachen als je er langs loopt, nee, ze worden gewoon gebruikt (mensen die in midden of zuid Amerika zijn geweest kennen ze wel denk ik). En ze worden op één of ander manier allemaal aangesloten door iemand met een voorliefde voor kroonsteentjes en plakband want ik heb er nog geen een gezien die gewoon netjes is aangesloten.


Als je gewoon onder de douche staat is er niet zoveel aan de hand. Want de stralen uit de kop zijn druppels dus die geleiden niet maar ik ben zo lang dat ik bijna met mijn hoofd tegen de douchekop aan kom. Afgelopen week toen ik mijn haar wou wassen, vergat ik te bukken en toen greep ik dus de douchekop vast en dat heb ik geweten. Heb in Nederland vaak genoeg 230[V] gehad, maar als je onder een douche staat voel je 110[V] ook wel prikken (au).
Ik draai nu elke keer als ik ga douchen de stoppen uit de meterkast, het is hier warm genoeg om me met koud water te douchen.
Mijn meterkast is dan weer aangesloten door dezelfde persoon als mijn douchekop want wat een puinhoop is dat. De helft hangt los en de ander helft is zo slecht dat je het net zo goed kunt aansluiten met kippengaas. Maargoed een beetje spanning is gezond…

Er wordt ook nog wel gewerkt inderdaad (wees niet bang), maar dat is in zoverre “saai” dat ik daar niet zoveel over te vertellen heb. Het is niet echt interessant voor de meesten (denk ik) maar kan best een beschrijving van een gemiddelde werk dag geven:
Rond 05:30 ‘s ochtends wordt ik waker doordat mijn huisgenoot nogal luidruchtig door het huis stampt. Mijn huisgenoot heet Luis en hij heeft geen last van een ochtendhumeur want hij is elke morgen zo vrolijk dat hij soms zelfs zingt terwijl hij door het huis rent.
Rond 06:00 kom ik dan ook uit bed gekropen, breng dan eerste een bezoekje aan de troon (wc). En dan rustig eens kijken welke kleren het minste stinken ;) om me vervolgens langzaam aan klaar te maken voor het ontbijt. Dat staat om 06:30 klaar in de kantine, meestal rijst met bonen, een gebakken ei, gebakken banaan en naar keuze koffie of fris met een stuk fruit. Soms zijn het alleen de bonen, en dan afwisselend gepureerd of gewoon. (variatie van spijs doet eten…)
Om 07:00 uur begint de werkdag officieel, momenteel bestaat dat uit veel informatie doorwerken en een plan maken om metingen te doen aan de generator en de verschillende dingen hier. Dit gaat door tot 12:00 uur want dan is het weer voedertijd. Er werken op de centrale ongeveer 160 mensen en die zie je 3 keer per dag. ‘s Morgens als ze aankomen, om 12 uur tijdens het eten en ‘s avonds als ze weer terug gaan. De rest van de tijd zijn ze verstoppertje aan het spelen.
Vanaf 13:00 is het weer werken tot 17:00, dan is het boel pakken en hard weg rennen via het bewakers hok, waar mijn eten klaar staat terug naar huis. Meestal gaan we dan eerst hardlopen, en dan tegen 6 uur eten. Daarna een film kijken of iets en dan op tijd naar bed om de dag erna precies het zelfde te doen, alleen de dag heet dan anders.

Gelukkig zijn daar de weekenden die zorgen voor wat afwisseling en stof tot schijven. Zo zijn we het weekend van zes en zeven maart naar San Jaun del Sur geweest. Dit is en dorp aan de kust in het zuiden van Nicaragua. Op vrijdag ochtend zijn we om acht uur vertokken vanaf de centrale, we werden door iemand weggebracht naar de busstop. Vanaf de busstop vertrekt een expres die in een keer vanaf Jinotega naar Managua rijd. Dit was een redelijk nieuwe bus MET (jawel) been ruimte. In Managua kwamen we aan in het noordoosten van de stad, en onze bus naar Granada vertrok vanaf de andere kant. Gelukkig is dit met een taxi redelijk te doen. Det is ook de enige manier om het te doen want als je lopend gaat weet je zeker dat je in je onderbroek aankomt.
Aangekomen bij de juiste busstop kwam er meteen een man naar ons toe die wel wist welke bus we moesten hebben. Jaja hij kon gedachte lezen. Ik dacht alleen heel wat anders als dat ik dacht, ik dacht dat ik naar Granada wou maar volgens die beste man wou ik naar León. Zo raar hoe je je kunt vergissen in je eigen gedachten… Goed wij naar de bus van Granada en die man liep de hele 15 meter van taxi naar bus met ons mee. Bij de bus aangekomen wou de hij 20 Cordoba PP hebben omdat hij ons had beschermt tegen overvallers. Jawel zonder dat wij het doorhadden heeft die man strijd geleverd met allemaal straatrovers (¿in zijn dromen?). Hij zag eruit alsof hij het nog zou verliezen van een vlieg in winterslaap, maar ja ze zien je als onwetende toeristen dus ze willen geld zien. Ik was alleen niet van plan om die man 20 Cordoba te geven voor iets wat hij niet heeft gedaan. Helaas voor mij betaalde Jochem hem wel, maar goed wel een leer voor de volgende keer.
Omdat San Jaun del Sur nogal een eind reizen is zijn die vrijdagavond in Granada gebleven, dit had twee redenen, één we waren die bussen helemaal zat. Twee, de belangrijkste reden, we hadden die avond een afscheidsfeestje van Annika. Ze had er alweer 3 maand Nicaragua opzitten en vertrok zaterdagochtend naar Peru om daar nog eens 1,5 maand vrijwilligers werk te doen.

Bus naar Rivas met Jochem en Harald op het dak:De volgende morgen om 9 uur moesten we de bus hebben naar Rivas, vandaar pakte we dan en taxi naar ons uiteindelijke reisdoel. Om half 12 waren we in een hostel, en om 1 uur zouden we naar het strand gaan en daar heb ik voor het eerst gesurft. En zoals zoveel dingen, is ook dit geen talent die ik bezit.

Onze plekje aan het strand:De plank die ik kreeg was al eens een keer maakt, en was in een niet al te beste staat, maar goed genoeg volgens onze verhuurder. Nu heb ik nog nooit gesurft dus dat samen met de staat van de plank was een recept voor falen. Na een paar uur oefenen kwam ik zover dat ik mezelf nog net in de benen kon krijgen voor ik weer viel. De plank was echter wel steeds slechter aan het worden. Het moest dan ook een keer goed fout gaan, en dat gebeurde natuurlijk ook.
Er kwam een vrij grote golf aan, dus ik probeerde mee te pedellen en te gaan staan, en juist op het moment dat ik stond brak de golf en daarmee mijn surfplank. Toen stond ik dus ineens op een halve plank en dat gaat al helemaal niet dus ik ging (alweer) als een baksteen ten onder. En als je dan in z’n golf zit heb je geen idee meer wat boven en onder is. pas als je zand hapt weet je dat je dus de verkeerde kant op gezwommen bent. Maar dat brengt wel weer wat gezonde spanning met zich mee en zout water is goed voor je huid dus al met al is het heel gezond.
Maar ja toen had ik ineens twee surfplanken en had geen idee hoe ik dat aan de verhuurder moest gaan uitleggen of hoe de beste man op mijn gebrek aan surftalent zou reageren. Maargoed de dag zat er bijna op dus we kwamen er snel genoeg achter. We hadden geen borg betaald want dat was niet nodig en ik hoefde ook geen gegevens achter de laten. Aangekomen bij de verhuurder kijkt hij enigszins verbaast vooral toen we de plank daar gewoon neerzette en weg wilden lopen. Hij begon meteen een heel verhaal op te hangen en toen was het mijn beurt om verbaast te kijken want ik kon er geen woord van verstaan. Gelukkig waren er mensen die het wel konden verstaan en uiteindelijk kwamen we er achter dat de verhuurder wou dat ik een nieuwe surfplank ging betalen. Nou ja, van een kale kip kun je niet plukken dus dat gaat niet lukken. En we hadden aan het begin al aangegeven dat de plank slecht was en als een plank breekt terwijl je ermee doet waarvoor hij is gemaakt. Helaas was dit een punt waar hij het niet met ons eens was. En hij gaf ons de keuze tussen een nieuwe plank betalen of politie. Er enigszins van uitgaand dat hij blufte kozen we na een kort overleg (leek wel een spelshow) voor de politie. Zijn reactie leek in eerste instantie precies op wat we hadden verwacht hij zij niks meer en verdween naar binnen, ik dacht nog hij blufte echt. Wij stapte ondertussen achter in de vrachtwagen die als bus dienst deed en begonnen aan onze rit terug naar het hostel. De weg was nogal stoffig dus je zag niet wat er allemaal aankomt achter je. Maar ineens kwam uit die stofwolk een man op een motor die wel erg veel op de surfplankverhuurder leek. Zoveel dat het zijn tweelingbroer wel kon zijn of misschien zelfs hemzelf, maar dat kon natuurlijk niet… ¿toch?… helaas hij was het wel en hij zou de politie halen en ons opwachten bij het hostel. Dat betekende dat we nog 15 minuten vrij man waren voor we de cel in gingen, en dat we dus een ontsnappingsplan moesten bedenken. We hadden ideeën genoeg, maar de meeste waren wat overdreven: plastische chirurgie, van de vrachtwagen (bus) springen en vluchten naar Costa-Rica enzovoort. Uiteindelijk besloten we om een straat voor het hostel uit te stappen en dan Martine te bellen die als enige niet mee was gegaan naar het strand. Zij kon dan in het hostel kijken of er een iets wat rare man met politie was. Gelukkig was er niemand, dus na een uur extra wachten toch maar terug naar het hostel.
Uiteindelijk niks meer van de beste man gehoord en geen politie gezien.

’s Avonds gingen we uit eten met een groep die we op het strand hadden ontmoet: een wat ouder stel, zij kwam uit Canada en hij uit Ierland denk dat ze rond de 60 waren, een Belgische, een Israëliet, twee Amerikanen en een Canadees. Was erg gezellig, en de Amerikaan wou de volgende weg wel mee opzoek naar walvissen.
De volgende dag zouden we dus de oceaan op gaan opzoek naar walvissen. ‘s Morgen om 7 uur stonden we bij de boot, en de Amerikaan was er ook totdat hij de boot zag waarmee we gingen. En toen was hij snel weg. Hij vond de boot te klein (in Amerika is alles groot) en gevaarlijk en nog meer van die ongein, en toen was hij weer weg.
We hebben helaas gen walvissen gezien, wel dolfijnen, gewoon wilde dolfijnen was echt heel mooi. En een zeeschildpad. Halverwege de dag een stop gemaakt op een super mooi strand vlakbij Costa-Rica. Ook op de terugweg werden we weer vergezeld door de dolfijnen. Helaas geen walvissen gezien maar ook de dolfijnen waren het tochtje meer dan waard.


Onze boottocht, heb een iets andere bewerking toegapast dan ik normaal doe, wou ze een beetje een film gevoel meegeven:
San Jaun del Sur (3x):
Pelikaan:

dolfijn:

het strand waar we en pauze hielden:
onze oceaanstomer:
en nog twee voor de leuk:
Na het tochtje was het meteen door naar huis. Voor Jochem en mij betekende dat in een keer van San Juan del Sur naar Managua. Daar zouden we een nacht bij Harald slapen om dan de volgende morgen vroeg naar Jinotega te gaan. Ik zal in Nederland nooit meer klagen over het openbaar vervoer. Nou ja bijna nooit, want er zijn in Nica ook wel goede dingen. Ik zie mezelf in Nederland al staan met 15 zakken koffiebonen die ik dan op het dak van de bus begin te laden. Is hier geen probleem maar in Nederland zie ik dat nog niet direct gebeuren. Of dat de bus even wacht omdat iemand even een boodschap moet doen. En als de bus vol is rijden ze je in Nederland gewoon voorbij, hier is een bus nooit vol als je hier denkt nu zit hij echt vol… dan is hij half vol.
grg

zondag 14 maart 2010

Het ondergaan van de zon...

Dit wordt een korte blog, speciaal voor de plaatjeskijkers.
Elke avond als we de berg oprennen gaat de zon onder en elke keer denk ik, ik moet de camera is meenemen naar boven. Maar als je rent is dat niet echt praktisch (moet mijn rolator met zuurstofflessen ook al mee slepen). dus afgelopen week ben ik met de camera omhoog gelopen, zodat jullie kunnen zien wat wij vrijwel elke avond zien:


grg

donderdag 11 maart 2010

terrein waar dieren te bezichtigen zijn

Gerwin… Que (wat) … Gerwin... uuhhh Hurby?? No Gerwin, gggggggerwin met een gggg… Harwy?... zucht…
Een indruk van hoe het op de planta gaat als ze mijn naam vragen. Omdat de “g” niet echt kennen als klank kunnen ze mijn naam dus niet zeggen. Ik had dan ook elke avond een ander naam op mijn eten staan: Harby, Hurby, Herbie (jawel zoals de auto) Ejen, Vrijdag hadden ze het opgegeven en stond er Holland op mijn doos. Ik heb nu mijn naam maar even aangepast, naar Erwin, op zijn Nicas/engels uitgesproken. En dat kunnen ze iets beter uitspeken.

Het leven op de centrale bestaat vooral uit veel het zelfde, het zelfde eten op de zelfde tijden, de zelfde dingen die op de zelfde tijden fout gaan. Omdat er ‘s avond niet zoveel te doen is hier gaan Jochem en ik elke avond een stuk rennen. Het enige sportieve wat ik in Nederland deed was sportief autorijden en daar krijg je geen conditie van merk ik wel. Ik ren die berg op, mijn ademhaling piepend als die van een oude man aan de zuurstof, terwijl Jochem als een slavendrijver rondjes om me heen rent. Maar we zijn wel weer een uurtje bezig.
Verder begin ik al aardig te wennen, zo krijg je op elke vraag standaard antwoord: morgen. Wat net zoveel betekent als volgende week of ooit een keer. Wil je dus dat er wat gedaan wordt moet je er bij gaan zitten en wachten tot ze het voor je opzoeken. Het duurt dus allemaal wat langer hier.

Het weekend zijn Jochem en ik naar Esteli geweest, dit is een plaats ten noorden van Jinotega.
Heen konden we met de directeur mee rijden, achter in de pick-up.

Ik met op de achtergond de toegangspoort van de centrale: Was ongeveer een uur rijden. Omdat we vrij laat vertrokken (vijf uur) kwamen we in het donker aan. Dus snel een hostel zoeken, eten en naar bed.
Om half vier ‘s nachts werd ik waker, en kreeg ik het gevoel dat we naast een dierentuin sliep. Allemaal hanen die een wedstrijd herrieschoppen aan het doen waren, en honden die als scheidsrechters er tussendoor blaften. Heb niet echt goed geslapen die nacht.
‘s Morgens om 9 uur zijn we weer weg gegaan, we hadden geen zin in nóg een nacht in dat hostel. En we wilden naar natuurpark Miraflor om daar een nachtje te slapen bij locals en wat van de natuur te zien. Miraflor heeft regenwouden dus het is daar een stuk groener als de rest van het land.
Om 12 uur zou de bus vetrekken en het zou ongeveer 2 uur rijden zijn. Het begon echter al goed, onze bus stond klaar met de motorkap open. Dit was het begin want onderweg moest nog vier keer de kap open. Het probleem was dat de bus steeds terug viel naar stationair toerental. En dan kruip je de berg echt op. Dus dan gingen ze weer even knutselen, tot hij het weer deed, en dan konden we weer een stukje.

Gelukkig reed hij redelijk door als hij kon, en na 2 uur waren we bij onze stop. Vanaf hier was het nog ongeveer een half uur lopen, of 5 minuten achter in de pick-up (we hebben gelift) naar het huis van het gezin waar we die nacht zouden slapen.
Dit is echt een ervaring die ik iedereen kan aanraden, geen stromend water, geen elektriciteit douchen met regenwater, en een gat in de grond dat als wc diende. Dat was wel een vooruitgang want dan kun je je wc papier weer gewoon in de pot gooien in plaats van een emmer er naast (dat stinkt).
Het gezin bestond uit vader en moeder, twee zonen van 20 en 9 en een meisje van 14.

Die middag heeft die oudste zoon ons rond geleid. We hebben een toch op een paard gedaan, en dat was vreselijk. Was voor mij de eerste keer paardrijden en ook meteen de laatste keer. Het is saai, en foto’s maken wil bijna niet want dat beest wil niet luisteren. Heb de eerste drie kwartier op dat beest gezeten maar toen was ik het zo zat dat ik zelf ben gaan lopen. Dat beviel me een stuk beter. Kun je rustig de tijd nemen voor een foto en het gaat net zo snel. Ons einddoel was een waterval waar je kon zwemmen. Om daar te komen moesten we het laatste stukje over het terrein van een gezin die daar woonde en die hadden meteen dollartekens in de ogen. Ze wilden 40 Cordoba hebben van ons om drie meter over hun terrein te lopen. Ons gids heeft geprobeerd om het uit hun hoofd te praten maar toen kwamen ze met een paar honden aan die ze los zouden laten als we het zouden proberen. Nu had ik wel 40 Cordoba bij me maar je voelt gewoon dat ze het doen omdat je blank bent dus heb ze 10 gegeven en gezegd dat dat alles was wat we bij ons hadden. Ze geloofde het niet maar toen ik vroeg of ik het terug kon krijgen om terug te gaan naar huis mochten we door.
De waterval was nu maar een klein stroompje maar tijdens het regen seizoen komt er erg veel water naar beneden. En dat water heeft over de jaren een groot gat gemaakt van ongeveer drie á vier meter diep waar je kunt duiken (het was wel een beetje koud).
Toen we terug gingen begon het te regenen, dus terug heb ik ook maar gelopen. Het was ongeveer een uur lopen dus prima te doen en dat paard zitten is niks aan. Daar komt bij dat ik het nu niet koud had in de regen omdat ik bezig was en de rest zat stil op z’n duf paard (sorry voor de mensen die paard rijden maar het is niet mijn ding).
’s Avond stond er een lekker bord eten klaar, en die werd samen met het gezin genuttigd. Wij mochten aan tafel zitten samen met de vader en de oudste zoon, de rest stond er omheen of zat op de grond. Lekker standaard rijst met bonen, gebakken banaan en een gebakken ei met kruiden erop. En het was lekker, had ook wel honger dus dat hielp ook wel mee.
’s Avonds hebben we gehonkbald met de twee jongste van het gezin, twee tegen twee en het was echt geweldig, het was zo donker dat de bal voor mijn voeten kon liggen en dan had ik het niet door gehad. En die twee “kleintjes” hadden de grootste schik, vooral om ons omdat we om de vijf meter onderuit gingen. Het weiland was nat van de regen en lag vol paarde vijgen en koeien vlaaien Dus je kunt wel nagaan hoe ik er uitzag. Maar dat is hier geen probleem, en we mochten gewoon weer binnen komen, en daar werd al het speelgoed uit de kast getrokken, twee autootjes zonder wielen, twee poppetjes waarvan er één een been miste en een pingpong balletje. En daar hebben we ons de hele avond mee vermaakt, was weer helemaal terug in mijn kinderjaren… (eigenlijk nooit echt weg geweest maar goed)

Die nacht werd ik niet wakker naast een dierentuin, maar op een dierentuin. Wat een herrie kunnen die beesten maken zeg. Er liepen overal kippen, hanen, kalkoenen en nog meer van dat gespuis. En die waren natuurlijk heel vroeg wakker en dan verwachten ze schijnbaar dat jij ook wel wakker wilt worden.
Rond 5 uur klonk het geluid alleen wel erg dichtbij. Zo dichtbij dat het leek alsof het onder mijn bed vandaan kwam, maar dat kon natuurlijk niet want onze kamer heeft de hele nacht op slot gezeten. Een kwartier later kreeg ik toch het gevoel dat er wat op onze kamer zat. Dus ik knip mijn zaklamp aan en schijn naast mijn bed in het gezicht van een grote dikke kalkoen, (klaar voor het kerst diner). Die vond mijn zaklamp zo leuk dat hij maar even zijn behoefte ging doen naast mijn bed. Heb hem vervolgens “vriendelijk” de deur gewezen samen met een kip die onze kamer ook leuker vond dan buiten.
Na het wegbrengen van onze ongenode gasten heb ik niet echt meer geslapen. Dit kwam enerzijds door de dierentuingeluiden van buiten en door het feit dat mijn bed niet meer was dan een paar planken met daarop twee dekens die als matras diende. Ik stond om zes uur buiten, in een hele kleine wereld, het was zo mistig dat je nog geen 50 meter kon kijken.

Het huisje van het gezin:Vond zwart wit wil mooi bij de ochtend passen:Dat hokje is de wc:
En de douche:
En het was koud, tenminste voor hier. De hele familie had dan ook dikke kleren en jassen aan. Ik een driekwart broek en een T-shirt en vond het eigenlijk wel lekker dat het eens niet 35 graden was.
Na een heerlijk ontbijt van rijst met bonen en gebakken banaan (wat een verassing). Gingen we die ochtend een wandeling doen van een paar uur.
Schitterende natuur overal mensen aan het werk, en ze verbouwden daar echte Nederlandse aardappelen.
Foto’s zeggen meer:
plaatstelijke bus:Nederlandse aardappelen
De Weg terug naar Esteli verliep vrij rustig, de bus reed redelijk door en we hadden maar één groot oponthoud toen ze 15 zaken met koffiebonen op het dak moesten laden. ‘s Avonds in Esteli niet zoveel gedaan, volgens onze hostel eigenaresse ging er de volgende morgen om 5:45 een bus richting Jinotega. Die zou er dan ongeveer een uur tot anderhalf uur over doen dus die zouden we pakken.
We waren om half zes bij de vertrekhal en wat een tegenvaller weer. hij reed pas om half 8 en deed er uiteindelijk drie uur over (toen waren we er nog niet maar zijn we uitgestapt). Hij kroop vooruit om de vijf meter stoppen om iemand in of uit te laten en ik kon mijn benen weer eens niet kwijt. Onderweg ging die zelfs een koffie pauze houden bij het eettentje van zijn zus. We waren het na drie uur zo zat dat we zijn uitgestapt en het laatste stuk gelift hebben.
Om half 12 eindelijk weer op de centrale, klaar voor weer een week werk.
Nicaragua bevalt me nog steeds erg goed!

grg


ps. onze dokter heeft geen tatoeages



maandag 1 maart 2010

Planta Centro America

Werd ’s ochtends rond half 7 wakker en keek in de ogen van een raar gevormd beest. Het leek op een mier maar zijn lijf was langer (2cm), zijn kop groter en hij had vleugels en grote voelsprieten. Samen met zijn negen koppige familie zat hij vanaf de andere kant van de klamboe naar me te kijken. Ik kreeg sterk het gevoel dat ik op de menukaart stond en dat werd bevestigt door zijn vraag of ik de klamboe open wilde doen, ze hadden de hele nacht nog niks gegeten…
Nu ben ik niet bang voor beesten, zeker niet als mijn grote teen groter is dan zij zijn, maar negen rare insecten die ja aankijken met het bestek al in de handen… nee dank je. Gelukkig had ik al eens een bus bugspray gekocht, dus gewapend kroop ik uit mijn bed. Wild om me heen spuitend alsof ik werd aangevallen door honderden beestjes, worstelde ik mezelf naar de douche, van een koude douche wordt je altijd wakker en beestjes houden niet van water (hoopte ik).

Het was maandag en het begin van mijn derde week in Nicaragua.


De bedoeling was dat ik maandag richting Jinotega zou gaan. Maar omdat er geen vervoer was voor de maandag was dit verplaats naar dinsdag. Maandag was dus en dagje om uit te slapen, helaas bedacht ik me dit terwijl ik onder een koude douche stond… weg uitslapen.
Maar nu had ik wel mooi tijd om andere dingen te doen. zoals het wegbrengen van mijn wasgoed. Ik had zelf wasmiddel gekocht om een keer een handwasje te doen, maar voor 20 Cordoba (€0,67) doen ze het voor je. Ze zoeken het zelfs uit voor je, en je krijgt het weer netjes opgevouwen terug. Daar ga ik dus niet voor staan klieren (lijkt me logisch). Dus alles in een tas, en richting wasserij, op de terugweg maar even een beetje de toerist uit gehangen. Had verder niet zoveel te doen, Jochem moest nog terug komen uit San Juan del Sol, en de rest had of stage, of Spaanse les. Dus tot 12 uur een beetje gezocht naar dingen om mezelf bezig te houden, heb mijn koffer maar vast gepakt.

De middag activiteit van school bestond uit een bezoekje aan de eilanden in het meer “Lago de Nicaragua” waar Granada aan ligt. Er liggen z’n 400 kleine eilandjes in het meer ontstaan door een uitbarsting van de vulkaan. Nu wouden Jochem ik hier ook naar toe, en we mochten mee met de school. Dus dat scheelde ons weer wat regelwerk en geld, Op zich is het een heel mooi gebied, maar de op bijna elk eiland staat een grote villa van één of andere rijke Amerikaan of een vriendje van de president. Het was dus vooral huizen kijken, en niet natuur waar ik op had gehoopt.
Op één van de eilanden zitten wat apen, heerlijk toeristische maar wel leuk om te zien. Smiddags voor vertrek hadden Rianne en ik wat fruit gekocht op de markt omdat we wisten dat er apen waren. Helaas hadden wij een beetje teveel ingeslagen. Wij dachten aan een groot eiland vol apen. Het bleek een vrij klein eilandje (2 bomen en een handje zand) te zijn met iets van zes apen. Zit je dan met tassen vol fruit in een klein bootje apen te kijken (Alternatief beeld: Zit je dan op een klein eiland apen in een bootje te bekijken).
Aapjes kijken...

Bananen eten ze ook niet, want die krijgen ze van elke toerist naar hun hoofd gegooid. Nu hadden wij gelukkig ook tomaten en ander fruit mee, en dat viel wel in de smaak. Maar ja zes apen kunnen maar zoveel opeten, en we waren aan het eind van de middag dus ze hadden er alweer een dag vol toeristen opzitten. Ging uiteindelijk met heel veel fruit terug naar huis. Die avond was de laatste avond in Granada voor Jochem en mij dus we zijn met een de groep wat gaan eten en drinken in de stad.


Dinsdag was dan toch echt de dag van vertrek. De bedoeling was dat we om elf uur zou worden opgehaald door Onno. Ik was ‘s morgen alleen eerst nog even naar de Spaanse school geweest om even doei tegen iedereen te zeggen en was natuurlijk te laat terug.
We reden iets over elf (kwart over elf) weg richting Managua, hier zouden we eerst wat eten, en dan zou Onno ons naar het hoofdkantoor van Hidrogesa brengen.

Dit is misschien wel een goed moment om wat meer te vertellen over mijn afstuderen.
Ik ga werken voor Hidrogesa, dit is een bedrijf die twee waterkrachtcentrales heeft in Nicaragua. Dit zijn meteen de 2 grootste elektriciteitscentrales van het land en momenteel zijn ze met de bouw van een derde centrale bezig. De twee bestande centrales zijn: PlantaCentro America en planta Santa Barbara. Jochem en ik gaan allebei naar Planta Centro America, deze centrale licht vlak bij de plaats Jinotega in het noorden van Nicaragua.
Ik ga hier de efficiëntie van het elektrische systeem van de generatie tot het hoogspanningsnet bepalen, en verbetering aandragen/nieuwe ontwerpen opzetten om het rendement van de centrale te verbeteren.
De centrale is gebouwd in 1964 en is sindsdien eigenlijk niet echt meer gemoderniseerd. Er is nu een budget vrijgemaakt om de centrale te moderniseren, dus mijn project wordt straks ook uitgevoerd (er vanuit gaand dat mijn project goed gaat natuurlijk).
Dat was het wel in het kort.

Goed Onno bracht ons dus naar het hoofdkantoor van Hidrosega, hier stond al een chauffeur van de centrale op ons te wachten die ons naar de centrale zou brengen, dus koffers achter in de pick-up, de rest van de tassen op schoot en gaan. Managua is één van de gevaarlijkste steden in Nicaragua, ze stellen alles. Dus de tassen moesten we op schoot houden tot we buiten de stad waren, daarna mochten ze achterin de laadbak.
Onze chauffeur hete Alvaro, en hij was zachtjes uitgedrukt een beetje gestoord. Maar we reden, en de auto had airco dus wat wil je nog meer.
De rit was geweldig, het is moeilijk uit te leggen maar zal het proberen:

In Managua en granada (en de hele westkust van Nicaragua) is het landschap gevormd door de vulkanen, een erg mooi landschap. Langzaam veranderd dat landschaap van vulkanen naar plat. Zo plat als Nederland maar toch heel anders. Hier en daar hutten, mensen op paarden die vee bij elkaar drijven. Verdorde grasvelden, rijstvelden vol water, leegstaande rivieren en ingestorte gebouwen… alles glijd voorbij.
Langzaam vormen in de verte de eerste bergen zich, het land veranderd weer. Vrij plotseling schiet het land omhoog, het platte is weg, en de bergen, anders als bergen in europa, nemen de plaats in. Ook hier weer hutjes van hout en mest, mensen op paarden, oude auto’s, ploegen met een koe er voor. Maar vooral een heel mooi landschap, vergezicht, schitterende dalen en rotsformaties. Kleine dorpjes weggescholen in een hoekje van een dal, als en kind die verlegen tegen zijn moeder aan kruipt. Mensen die bepakt met hout of bonen terug naar huis lopen, zweten in de zon die elke dag weer hoog staat te bakken. De wereld in al zijn pracht glijdt voorbij als een lange film zonder reclames en met echte mensen. Heb genoten van elke seconde.
Kleine panorama (2 foto's) onderweg gemaakt

Jinotega:
In het dorp Chagüitillo zijn we even gestopt, onze chauffeur woont hier en er zit een klein indianen museum. Hier hebben we een korte rondleiding gehad, en de uitnodiging om eens terug te komen. Dit wil ik zeker gaan doen, de jongen die ons de rondleiding gaf was zo gepassioneerd over zijn werk dat het bijna aanstekelijk werkte.
Om zes uur kwamen we eindelijk aan op de centrale. We kregen onze sleutel en wat te eten en dat was het voor de dinsdag.
Ik zit in een huisje met één collega, Jochem zit drie huizen verderop. Elke huis heeft drie slaapkamers, een badkamer en woonkamer met een TV. Mijn kamer heeft een eigen douche en wc maar dat is zo klein dat ik het maar niet gebruik. De wc pot zit bijna klem tegen de muur dus ik moet er scheef opzitten en dan val je er bijna in (ervaring).
Gelukkig is de algemene badkamer ook wat schoner als mijn eigen.
De rest van de week was vrij rustig. veel mensen ontmoeten, wennen aan het werktempo hier. Of eigenlijk het gebrek aan werktempo, ze houden hier erg van de uitspraak: “doe vandaag niet wat je morgen door een ander kunt laten doen” en je moet natuurlijk altijd werk voor morgen bewaren. We werken van 07:00 tot 17:00 met één uur pauze om 12:00 uur verder officieel geen pauzes.

Oja er kwam een keer een vraag voorbij over het eten hier dus hier komt het. In Granada zat ik in een hostel en had ik geen keuken dus toen was het vooral uit eten gaan.
Op de centrale is dat wel anders. We krijgen 3 keer per dag te eten. ‘s morgen om half 7 ontbijt wat bestaat uit rijst met een tortilla en een gebakken banaan of ei of iets. ‘s middags eten we rijst met vlees en een soort toetje en ‘s avonds eten we rijst met vlees en een soort toetje. Drie keer per dag rijst dus. En ‘s morgen is dat echt niet lekker, warm eten hoort dan gewoon niet. Heb tot nu toe één dag gehad dat we ‘s morgen, ‘s middags en ‘s avonds rijst met bonnen kregen (Gaio Pinto). Na een week ben je het wel zat, elke dag drie keer rijst… heb enorm zin in lasagne…

Gelukkig kwam het weekend er aan, en er stond een bezoekje aan Léon geplant, samen met nog een aantal Nederlanders. De rit er naartoe is enorm lang, zeker met een bus maar gelukkig woont de dokter van de centrale daar (jaja onze centrale heeft een eigen dokter geen idee waarom maar toch), dus vrijdag middag konden we met hem mee rijden. Rond drie uur reden we weg, en na een rit van drie uur kwamen we in Léon aan en wat een rit was dat weer. De auto van de dokter is een oude Nissan zonder uitlaad, dus je hoort hem al van ver komen. Daarnaast is de bodemplaat nogal rot dus alle uitlaadgassen gaan rechtstreeks de auto in. Gelukkig is er een dokter in de buurt (lekker flauw). De voorruit is zo vies dat je door de bodemplaat meer ziet dan de voorruit. De versnellingspook zegt 5 versnellingen maar de 5 werkt niet meer. Gordels heeft hij niet, want als ze er niet in zitten hoef je ze ook niet om te doen (lekker slim…). De ramen kunnen niet open, behalve de achterruit maar die hoort dan weer niet open te kunnen en hij had een radio. Zijn radio nam zelfs cd’s dus we hadden wel muziek, als het boven de uitlaad uitkwam. Nu ben ik er nog niet achter wat erger was, de muziek of de uitlaad. Muziek is best leuk, maar hij had maar één cd… met twee nummers er op… de rest kun je zelf wel invullen denk ik.
Doordat je door de bodemplaat meer ziet als door de voorruit heb je pas door als je wat aanrijd als het al onder de auto ligt, we hadden dus ook bijna een ongeluk, er stak een kudde geiten de weg over maar die had hij niet gezien, dus op het laatste moment moest hij vol in de remmen en die werken prima, vooral op het wiel rechtsvoor, de rest iets minder. We raakte één geit maar het beest stond gelukkig gelijk weer op.
Heb het grootste gedeelte van de rit weer uit het raam gestaard, dat blijft erg leuk om te doen hier.

’s Avonds in Léon eerste een hostel gezocht. We waren met z’n vieren maar de eerste twee hostels die we probeerde hadden maar plek voor twee. Gelukkig was het drie keer is scheepsrecht want de derde had nog een mooie vierpersoonskamer vrij voor ons. Rest van de avond niet zoveel gedaan, gegeten en gedronken.
Zaterdag zijn we de mangrovebossen in gegaan met een bootje. Echt een aanrader, heel veel ijsvogels gezien, krokodillen en nog meer van soort dingen. En ik ben geprikt door een of ander raar beest, mijn hele rechter arm werd dik en hard.

Vogel... (ben de naam vergeten)Route:
Het varen was heerlijk, met de benen in het water, tenminste eerst even tot dat één van de gidsen zijn arm liet zien, allemaal littekens. Was gebeten door een krokodil… is een leuk verhaal als je benen in het water hangen waar het gebeurt is.
’s Avonds een hele mooi zonsondergang aan het strand, en gezwommen in golven zo hoog en groot dat je na elke golf gedesoriënteerd waker werd op het strand. Met zand op alle denkbare (en vooral ondenkbare) plekken.

De terugweg zouden we met de bus doen, maar die kwam maar niet dus toen hebben we gelift Achter in de laadback van een pick-up. De beste man heeft ons voor 10 Cordoba netjes voor het hostel afgezet. We moesten wel omrijden om zijn moeder op te halen, een heel oud vrouwtje die het maar wat interessant vond dat haar zoon allemaal gringo’s achter in de auto had. Een poging om haar uit te leggen dat we Hollanders waren liep op niks uit.

Zondag was en rustig aandoen dag want maandagochtend om 5 uur moesten we weer klaarstaan want dan werden we weer opgehaald. Gelukkig hoor je de dokter wel komen, dus we waren ruim op tijd klaar om terug te gaan naar de centrale voor een nieuwe “werk” week.


grg

ps. Ik loop een week achter met mijn blog, (zit nu alweer een maand hier) zal mijn best doen om het iets meer op tijd te houden.
Ik kan op mijn werk helaas niet meer op msn komen want dat wordt geblokkeerd maar heb voor de liefhebbers wel skype. Als je op “gerwin rens” zoekt vind je me wel, of even mailen.
En iedereen die reageert via de blog of mail, natuurlijk heel erg bedankt.