maandag 26 april 2010

Vuurspuwende berg, ontstaan uit naar buiten geworpen lava

Zal even beginnen met de tussenstand:

Tante Geertje heeft vijf keer als eerste gereageerd en staat eerste, op de voet gevolgd door tante Harmke die vier keer als eerste heeft gereageerd.
Het gaat dus redelijk gelijk op.
@ Tante Geertje: Ik had inderdaad op uw blog gezien dat u mijn blog aanhaalde, en vind het zeker niet erg. Als iedereen ook een bericht achter zou laten ;) (geld niet voor de mensen die via de mail reageren natuurlijk). En voor de mensen die het interessant vinden of die een fotograaf zoeken:
http://fotovierhout.blogspot.com/ (de blog van mijn tante, staan vaker nieuwe berichten als hier) of http://www.fotovierhout.nl/ (de website)

Goed terug naar Nicaragua.
En ook meteen weer een stukje terug in de tijd. Een maand terug in de tijd want ik loop steeds verder achter met mijn blog. Dit komt natuurlijk omdat ik zo enorm druk ben met mijn afstuderen. En een klein beetje omdat ik teveel gewend ben aan de Nica way of life: mañana… oftewel morgen.
Maarja van uitstel ko… nou ja je snapt hem wel.
Goed tijdmachine opstarten (in dit geval mijn geheugen) en terug naar 20 en 21 maart. Het is even geleden maar ik weet nog wel wat ik heb gedaan dat weekend, namelijk Granada. We hadden een weekend in het teken van de Mombacho, op maandag de Mombacho beach club. Dit klinkt als een derderangs Amerikaanse strand tent gevuld met dikke Amerikaanse kerels en met siliconen gevulde vrouwen met het IQ van een eekhoorn in winterslaap. Die vergelijking is niet helemaal eerlijk, (de eekhoorn heeft een hoger IQ)… en het is niet z’n tent.
Het is eigenlijk een hotel met een zwembad, en nee niet een zwembad met een strand. Dus waar ze het beach verhaal vandaan halen… geen idee. Het dichtstbijzijnde strand is 5 km verwijdert en daar kun je beter niet zwemmen want daar stroomt het riool het meer in.
Het zwembad is gelukkig wel schoon, redelijk rustig en ze hebben wiebelstoelen (yes) en je kunt er drinken krijgen, en dat komen ze je brengen ook al lig je in het zwembad. Alle ingrediënten dus voor een dagje niks doen.

De dag daarna stond de vulkaan Mombacho op het programma. Je kunt op 2 manieren de vulkaan op, lopend of met een vrachtwagen die als bus dienst doet. Wij als echte Hollandse toeristen kozen natuurlijk voor… de benenwagen want dat is goedkoper.
Ik was wel blij dat we het lopend deden, had wel zin in een stevige wandeling. Alleen is het nogal warm overdag, zeker als je een berg op moet lopen, dus we vertrokken om 07:00 uur wat betekende dat we vroeg ons bed uit moesten.
Om 6:40 stond ik dan ook weer naast mijn bed, gewekt door de stem van een vrouw die me vertelde dat het 6:30 uur was en dat ik er uit moest. In eerste instantie reageerde ik hier nogal geïrriteerd op en zei ik dat ze maar iemand anders moest gaan lastig vallen. Ze trok zich echt niks aan van mijn opmerkingen en bleef rustig proberen om me waker te krijgen.
Na tien minuten drong het pas tot me door dat de vrouw in mijn telefoon zat.
De avond ervoor had ik de telefoon geleend van een Nederlandse jongen omdat mijn telefoon leeg was en ik geen lader mee had. Zijn weker was alleen een vrouw die zei: Het is zes uur dertig, tijd om uit bed te komen.
Om 7 uur stonden we klaar wachtend op de gids die vervoer had geregeld om van Granada naar de voet van de Mombacho te komen. Dit vervoer kwam in de vorm van een oude Isuzu pick-up. Hij zag eruit alsof hij net in de vulkaan was gevallen. Maargoed het reed en zoals zoveel hier in nica als het rijd moet je niet zeuren. We moesten hem wel even aandrukken want de startmotor had de val in de vulkaan niet overleeft.
Daarna was het maar een klein half uurtje naar de voet van de Mombacho waar onze klim begon. Halverwege zouden we een koffie pauze hebben op een koffie plantage. Om daarna door te lopen naar ongeveer 1200 meter.Boven deden we een rondje om de krater en hier hadden we een paar schitterende uitzichtpunten:
De Mombacho is inactief dus de krater is vol gegroeit:


Op de achtergrond Lago de Nicaragua met daarin de eilandjes (zie blog: Planta Centro America, 1 maart 2010)

nogmaals de eilanden
in de verte laguna de apoyo:
met dank aan onze gids twee groeps foto's:

Ook terug was weer lopen, alleen waren we ondertussen de 12 uur voorbij en was het dus bloed heet. De zon staat hier zo hoog dat je op je eigen hoofd loopt ‘s middags dus aan de bomen naast de weg heb je ook niks … helaas.
Eenmaal in Granada kwamen we er achter dat we te laat waren om nog terug naar Jinotega te gaan dus nog een nachtje in Granada. Niet dat ik dat heel erg vond want nu kon ik even rustig douchen en nog een avondje lekker eten. Niet dat ik op de planta geen lekker eten krijg maar elke dag rijst begint gewoon wat te vervelen. En dan is een weekend vol pasta toch wel heerlijk.

Ookal hadden we vorige week wel een echt feestmaal, volgens mijn collega’s in ieder geval. We hadden namelijk…. Nouja probeer maar eens te raden,
Het begint met een L…

Het is geen lasagne (helaas)

Voor het op mijn bord lag liep het door het bos met zijn buik op de grond…

Het Nederlandse woord begint met een L… dus het is geen raar Spaans woord voor hangbuikzwijn.

Ik heb Leguaan gegeten… en mensen die zeggen dat het naar kip smaakt hebben hun smaakpupillen vernield (¿teveel bij de Mac Donald gegeten?) want het smaakt echt NIET naar kip. Het was ook niet echt vies, wel een beetje taai, het was vooral het idee dat je leguaan eet. Als je koe eet denk je er niet echt meer bij na wat je eet. Maar als je leguaan eet… en je ziet nog een beetje de structuur van het vel in het vlees. Maar het schijnt hier echt een delicatesse te zijn dus de hele planta was blij, nouja bijna de hele planta want Jochem vond het maar niks en heeft dus ook niks van gegeten. Hij was zijn vlees wel meteen kwijt want iedereen wou het hebben. Nouja behalve ik, aan één stuk had ik wel genoeg zo lekker was het nu ook weer niet.

Een wat kortere blog vergeleken met normaal, maar misschien kunnen de plaatjeskijkers er nu wel doorheen komen ;)

grg

zondag 11 april 2010

iemand die voor zijn plezier op reis gaat

Heb deze week het hardlopen vaarwel gezegd, het is gewoon niet mijn ding, de berg af gaat wel maar je moet er eerst tegenop. En dan loop ik liever gewoon dan dat ik ren. Gaat ook sneller als ik loop want dan hoef ik niet elke 10 meter een pauze te nemen om weer op adem te komen.
Maargoed om mezelf toch bezig te houden hier ga ik nu zwemmen, jawel we hebben een zwembad op de centrale. En nog een grote ook, 28 bij 15 meter, en tussen de 2 en 2,5 meter diep. Het regen seizoen komt er weer aan dus het zwembad werd deze week schoongemaakt en gevuld. Het zwembad is in een riviertje (stroompje) gebouwd, en maakt dus deel uit van de rivier. Het enig wat ze doen om hem te vullen is aan het eind de afvoer dicht maken en dan stroomt hij vol. Het water is heerlijk, maar wel en beetje vies. Niet vies van bluhh daar zwem ik niet in maar je kunt de bodem niet zien. komt misschien ook wel omdat de bodem zwart is geschilderd. Er staat een boom naast die als duikplank kan dienen. En je kunt er prima baantjes trekken, wat ik elke avond doe. Bijna elke avond. Zo had ik maandag 30 baantjes gedaan, kwam ik op dinsdag om 5 minuten over 5 bij het zwembad om dit weer te doen, was hij leeg. Wat bleek er zouden slangen in hebben gezeten… leuk… Ondertussen is het zwembad weer vol en kan ik weer elke dag baantjes zwemmen. Is stiekem best lekker als je de hele dag op kantoor zit om dan om 5 uur naar huis te rennen zwembroek aan en plons.

jawel dat ben ik:
Het weekend van 13-14 maart (ja ik weet het ik loop een eind achter met mijn blog) heb ik doorgebracht in Jinotega. Woon er een half uur vandaan, en ben er eigenlijk nog nooit echt geweest, alleen om de bus te nemen, of om naar de Pali (supermarkt) te gaan.
Nu dus een weekendje om de toerist uit te hangen, en die kennen ze niet in Jinotega, of bijna niet. Een korte of driekwart broek is dan ook dodelijk hier. heb een middag met een driekwart gelopen en ben nog nooit zo vaak voor gringo uitgemaakt. In een lange broek val je een stuk minder op. De lokale bevolking heeft nooit korte broeken aan. En de meeste mensen hier in Jinotega zijn toch iets minder gekleurd als de mensen in bijvoorbeeld Granada of Masaya. Dus met een lange broek en een beetje en kleurtje op je gezicht val je een stuk minder op. En als je dan ook nog een beetje Spaans praat en je wordt gebracht/opgehaald door een pick-up van het werk hoor je er helemaal bij.
Zaterdag zouden we naar “la cruz” (het kruis) lopen op de top van een berg buiten Jinotega dit was volgens onze collega’s een must. Het was een klim van ongeveer een uur, en ik was blij dat ik mijn wandelschoenen aan had. Het pad ging behoorlijk recht omhoog en het was allemaal los zand en steentjes. Jochem had sportschoenen aan en hij heeft de berg wel twee keer gelopen zo vaak als hij weer terug/uit gleed.
daarboven was ons doel:
Eenmaal op de top kwamen we maar zo toeristen tegen, Amerikanen (verassing), die voor vrijwilligers werk in Nicaragua zaten. Het is bij Amerikanen alleen altijd het zelfde verhaal. Ze doen hier “vrijwilligers werk” voor twee weken (jawel twee hele weken), wat kun je in twee weken nu doen? zelfs grasmaaien kun je niet doen in 2 weken want er groeit nergens gras momenteel. Maar als je hun verhaal hoorde leek het wel dat ze in twee weken de hele wereldproblematiek gingen oplossen.
Op Houston airport was mijn beeld van Amerikanen wat gestegen maar ondertussen zakt dat weer behoorlijk. (om even af te dwalen) zat vorige week in een hostel in Granada en daar raakte ik aan de praat met een jongen uit Amerika, en na een tijdje vroeg hij waar ik vandaan kwam, Holland, zegt hij: ach je kunt er ook niks aan doen dat je niet in Amerika bent geboren. Was even verbaast over zijn opmerking, dacht eerst dat hij een grapje maakt maar hij keek er zo serieus bij. Had in mijn hoofd al een heel verhaal klaar om hem te vertellen hoe die Amerikaans droom van hem meer op een nachtmerrie leek. En dat Amerikanen geen auto’s kunnen maken (alleen daar zou ik al een blog over kunnen typen). Maar hij (of ik) werd gered omdat ik werd geroepen om te gaan eten.

Goed we waren dus op de top, en daar staat een kruis waar je op kan klimmen (nee mam dat is niet gevaarlijk). Weet niet of het helemaal de bedoeling is maar we hebben het wel gedaan. (geeft leuke foto’s)

Jochem met op de achtergrond JinotegaEn ik:Driemaal Jinotega:
Maarja toen waren we dus boven, en ik had wel zin om nog een paar toppen te pakken (kreeg helemaal een zomervakantie gevoel). Helaas had Jochem andere ideeën, en hij wou gewoon zo snel mogelijk weer naar beneden. Niet echt het bergwandel type zeg maar. In het kader van samen uit samen thuis, zijn we in recordtempo de berg afgegleden.
Toen moesten we alleen nog wat bedenken om die middag te gaan doen. Nu schijnen er een paar mooi watervallen te zitten in de omgeving van het plaatsje San Rafael de Norte. En dat was maar drie kwartier met de bus vanaf Jinotega dus twee uur later kwamen we daar aan. (Alle reis tijden moet je hier gewoon verdubbelen)
Ik voelde me enrom beroert toen ik aankwam. Maar we waren er dus opzoek naar een gids die ons naar die watervallen kon brengen. En het was zaterdag dus dan zijn er natuurlijk gidsen genoeg om al die toeristen rond te leiden… Of niet natuurlijk want alle gidsen hadden weekend en dus vrij. Na een uur rond te hebben gelopen in een compleet uitgestorven San Rafael de Norte gaven we de moed maar op. Het was natuurlijk ook wel dom van ons om te denken dat ze op een zaterdag open zouden zijn voor toeristen…
Ik was ondertussen nog steeds niet echt lekker dus naar een farmacie om wat te halen voor mijn hoofdpijn en misselijkheid. Ik op mijn beste Spaans uitgelegd dat ik me niet echt super voelde en of ze wat had voor hoofdpijn. Het vrouwtjes achter de toonbank begon eens wat door een stapel doosjes te rommelen en kwam uiteindelijk terug met een strip bijzonder gek gekleurde pillen die er uitzagen als afgekeurde smarties. Ze waren 6 Cordoba per stuk (20 cent) en ze wou weten hoeveel ik er wou hebben. Ik had geen idee wat voor paardenmiddel het was maar moest wat hebben dus kocht er twee. Twee dezelfde pillen maar allebei een ander kleur… Kreeg op mijn hart gedrukt dat ik ze met voldoende water moest innemen, en NIET met cola of andere prikhoudende dranken. Goed dat alleen was al genoeg om je terstond weer beter te maken. Wij opzoek naar een winkeltje die water verkoopt en toen toch maar één geprobeerd. Heb nog nooit zoiets vies gegeten. Het was niet alleen een paardenmiddel, het was ook gewoon van paarde mest gemaakt.
Enigszins angstig dat ik straks allemaal rare kleuren zou gaan zien maar weer in de bus gestapt terug naar Jinotega. twee uur later voelde ik me weer helemaal goed (tegoed bijna).

Zondag wilden we naar lago Apanás, dat is het meer van de centrale en daar kun je goed zwemmen en vissen. Dus wij naar de bushalte, bus zoeken die de goed richting op ging. Uiteindelijk moesten we een uur wachten op de bus maar toen had je ook wat. Ik denk dat het één van de oudste bussen was waar ik in heb gezeten hier. Hij had de aerodynamische vormgeving van een baksteen, het vermogen van een puntenslijper en hij rookte als een aan sigaren verslaafde kettingroker. Bij de drempel was het ook even spannend of hij er overheen zou komen maar het ging helemaal goed. En toen stonden we ineens in het niks en probeert de bus conducteur ons duidelijk te maken dat we er uit moesten. Wij kijken, stuk verdort grasland, een magere koe die ons slaperig aan stond te staren. Een paar bomen, een zandweg en in de verte een paar houten hutten. Maar geen water of meer te zien. wij kijken enigszins verbaast naar de conducteur, dit kan het toch niet zijn? Hij was er echter van overtuigt dat dit het was.
Wat bleek we moesten de laatste paar kilometer lopen wat daar ging de bus niet heen. Uiteindelijk kwamen we na een half uurtje lopen aan bij het meer. Onderweg kwamen we langs een militaire terrein wat bestond uit een stukje grasland, een oude Russische helikopter een wc gebouwtje en een stukje prikkeldraad met een bordje militair terrein. Geen bewaking, terwijl je die verder overal ziet lopen. Als je in Nicaragua een beetje geld hebt zit er een bewaker met een geweer voor je deur. Nu sanp ik het wel, want niemand zou het in zijn heeft halen om die oude helikopter te stelen, zou er niet in willen zitten al kreeg ik geld toe. Maar ja dat WC gebouwtje zag er wel netjes uit en ze jatten hier je zwembroek ook (jep mijn zwembroek is gepikt, net als mijn Nederlandse telefoon en mij nagelknipper)

Bij het meer aangekomen en struikje opgezocht om me om te kleden. En toen het water in, en het was heerlijk. het meer is op heel veel plekken heel ondiep. zo ook waar wij zaten, want je kon 100 meter het water inlopen en toen kwam het water nog steeds niet boven mijn zwembroek uit. Maar het water was koel, de zon niet te fel. En we hadden wat te kijken in de vorm van locals die aan het zwemmen of vissen waren.En het meer doet ook meteen dienst als wasstraat kwamen we achter:

Terug zouden we in een keer richting de planta gaan, en omdat daar geen bus heen gaat besloten we om te gaan liften. Eerste achterin de pick-up vanaf het meer naar de grote weg. Vandaar naar de weg die naar de centrale leid en daar weer een nieuwe die richting de planta ging en het laatste stukje lopen. Was echt ideaal, de meeste mensen met een pick-up nemen je wel mee, kost niks en je hebt je hebt wat te kijken.

Voor de mensen die op vakantie willen kan ik Nicaragua zeker aanraden. En als er iemand een weekendje op bezoek wil komen, altijd welkom! (doordeweeks moet k wel werken)

grg